Op zoek naar wijsheid.

Op zoek naar wijsheid.


Dit verhaal werd eerder gepubliceerd als nawoord op het boek 'Wat ik dacht 2'. 


Filosoferen, het verlangen en zoeken naar wijsheid, is twijfelen, voortdurend je inzichten durven inruilen voor betere.

 

Wijsheid verwijst in het algemeen naar het vermogen om juist te oordelen en ontstaat door expliciete kennis te verbinden met onze impliciete kennis en te reflecteren op de ervaringen die we voortdurend hebben met dat wat we op onze levensweg tegenkomen en meemaken.

Expliciete kennis is de kennis die in meer of mindere mate algemeen bekend en toegankelijk is, waardoor ze onafhankelijk is van een bepaalde persoon. Impliciete kennis is persoonlijke kennis op basis van het gevoel, subjectieve inzichten en intuïtie.

Hoe meer we meemaken, hoe meer zicht we krijgen op dat wat zich in het leven afspeelt en wat het leven beïnvloedt, des te wijzer kunnen we worden. We krijgen meer ervaring, meer inzicht en overzicht en een sterkere intuïtie en dat maakt ons tot wijze mensen.

 

In de huidige tijd is er een enorm vat aan expliciete kennis voorhanden waaruit we kunnen putten en die we vaak gewoon overnemen zonder na te gaan of deze wel objectief is: kennis die met gedegen argumenten is onderbouwd.

Daarnaast zijn we geneigd om alleen die kennis over te nemen die ons goed uitkomt, die bevestigt wat we voelen en denken.

Ook hebben we, omdat normen en waarden eeuwenlang werden bepaald door religieuze instituties en hechte culturen van gemeenschappen, nog in onvoldoende mate geleerd om zelf onze eigen normen en waarden te bepalen en onze eigen inzichten en intuïtie te ontwikkelen.

 

Wijsheid ontstaat, zoals boven beschreven, door het samenvoegen van gedegen expliciete en impliciete kennis. Als beiden geen gedegen grondslag hebben, kan er geen sprake zijn van wijsheid en blijven we steken in subjectieve kennis en kan er van alles worden geroepen en gedaan, afhankelijk wat ons het makkelijks uitkomt.

Logisch dat er dan ook niet alleen steeds meer sprake is van een versnippering van persoonlijke en politieke opvattingen, zoals dat is te zien op landelijk, Europees en wereldniveau, maar ook van polarisatie. Iedereen vindt dat zijn waarheid dé waarheid is en verzamelt medestanders om zich heen die zijn waarheid bevestigen en verdedigen.

Deze polarisatie zagen en zien we onder andere in Amerika tussen Republikeinen en Democraten, in Israel tussen orthodoxe en niet orthodoxe Joden, in Engeland tussen voor- en tegenstanders van de Brexit, in Nederland tussen groepsopvattingen over de te nemen maatregelen met betrekking tot de klimaat- en vluchtelingencrisis en in de wereld tussen de grootmachten China, Amerika en Rusland.

 

Wijsheid probeert tegenstellingen te overbrengen, mensen bij elkaar te brengen. Wijsheid verbindt omdat ze is gestoeld op het inzicht dat alles in het leven streeft naar verbinding, naar eenheid, naar harmonie, naar het oplossen van problemen en tegenstellingen, zoals we dat in de natuur zien in bijvoorbeeld ons lichaam als dat bedreigd wordt door een ongeval of ziekte.

 

In een gepolariseerde samenleving heerst het of-of-denken, terwijl naarmate we wijzer worden het en-en-denken wordt ontwikkeld.

 

Binnen het of-of-denken staat het denken in tegenstellingen, het zwart-wit-denken en het veralgemeniseren centraal. Meningen staan tegenover elkaar en niet naast elkaar en er is weinig plaats voor dialoog en tolerantie. Verder is iets of iemand goed of fout, goed of slecht en worden incidentele kenmerken veralgemeniseerd tot bijvoorbeeld: alle mannen zijn …, alle vrouwen zijn …, alle Marokkanen zijn …, alle rijken zijn …, alle klimaatcrisisontkenners zijn …, enzovoort.

 

Verder ontbreken in allerlei professionele analyses van maatschappelijke wantoestanden vaak de nuances. Zo kwam ik in de vele beschouwingen over ons slavernijverleden maar één keer het feit tegen dat ook zwarte mensen zelf daar een belangrijke rol in hebben gespeeld. In de Afrikaanse landen werden de slaven opgehaald door Afrikaanse handelaars die hen ‘ruilden’ tegen producten uit het Westen.

 

In de MeToo kwestie viel me op dat er geen kritische vragen gesteld werden over het feit dat bijvoorbeeld de filmproducent Harvey Weinstein alsmaar werd omzwermd door mooie vrouwen. Toch niet omdat het zo’n knappe man is. Ook al zijn het doorgaans mannen die misbruik maken van hun machtspositie, ook vrouwen doen dat op hun eigen manier.

 

Ook in de analyses van de gepolariseerde politieke systemen van het communisme en het kapitalisme ontbreken doorgaans alle nuances. Wie de theorieën van Karel Marx bestudeert die de basis hebben gevormd van het communisme en socialisme, kan niet ontkennen dat zijn opvattingen de arbeiders, de gewone mensen, centraal stelde en dat zijn politieke systeem hen moest beschermen tegen uitbuiting. En natuurlijk hebben veel communistische regeringen van deze theorie een onderdrukkend systeem gemaakt, ontkend kan niet worden dat er een aantal sociale voorzieningen waren en zijn waarvan wij in het Westen nog veel kunnen leren. Het kapitalistische systeem is op een aantal punten minstens even onderdrukkend, zelfs asociaal, zij het op een andere manier zoals ik in bovenstaande columns heb beschreven.

 

Ook ‘veroveringen’ worden vaak eenzijdig belicht en beoordeeld. Hoewel ze uiteraard zijn te veroordelen, kunnen we niet ontkennen dat ze ook positieve ontwikkelingen met zich mee hebben gebracht. De Grieken brachten via verovering hun hoog ontwikkelde cultuur naar de Romeinen en die verspreidde ze weer over Europa.

Via de bezetting door de legers van Napoleon hebben we een groot aantal bestuurlijke vernieuwingen geërfd en de missionarissen die de kolonisten vergezelden hebben een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de gekolonialiseerde volkeren, zij het doorgaans met te weinig respect voor de eigen cultuur.

 

Het christendom heeft eeuwenlang het leven van veel volkeren zowel letterlijk als figuurlijk gedomineerd, maar onder andere het onderwijs en de gezondheidszorg zou zonder ‘hun dienaren’ niet het niveau hebben bereikt zoals we dat nu kennen.

 

Hetzelfde geldt voor de positieve bijdrage van een aantal grote bedrijven, zoals Philips in Eindhoven en de Staatsmijnen in Limburg. Ze hebben in de begintijd een grote bijdrage geleverd aan de welvaart, welzijn en de sociale structuur van hun omgeving. Ze beseften dat als de arbeiders het goed hadden, deze zich goed konden en wilden inzetten voor het bedrijf: een goed voorbeeld van het en-en-denken en –handelen.

Rijken zijn vaak rijk geworden door niet sociale manieren van handelen, maar vele musea zijn ontstaan door schenkingen van de door hen verzamelde en geschonken kunstwerken.

 Tenslotte is het makkelijk om iemand die iets fout doet te veroordelen, maar wat te denken van mensen die niets doen, die wegkijken, niet protesteren en zich niet verzetten tegen onrecht. Voor omstandigheden die een rol hebben gespeeld in het af te keuren gedrag van ‘foute mensen’ hebben doorgaans alleen advocaten en rechters aandacht, voor mensen die niets doen of wegkijken hebben we doorgaans alle begrip. Vaak wordt dan verwezen naar wat bijvoorbeeld klokkenluiders, dissidenten en mensen die zich mengen in ruzies is overkomen.Wat de gevolgen zijn van niets doen en wegkijken heeft eeuwenlang onrecht langdurig in stand gehouden en maakt het ook nu nog steeds mogelijk dat mistoestanden op kleine en grote schaal blijven voortwoekeren. Foute dingen doen komt doorgaans voort uit eigenbelang, niets doen ook.  Het en-en-denken, nuances leren zien, dingen en zaken van alle kanten bekijken en belichten, is de basis van wijsheid, de weg om tegenstellingen te overbruggen, compromissen te sluiten, mensen bij elkaar te brengen, partijen en mensen niet uit te sluiten en respect te hebben voor ieders mening en handelen binnen wettelijke gestelde kaders. Het is echter niet altijd gewenst om genuanceerd te denken en te handelen. Als we duidelijk willen zijn, iets krachtig moeten overbrengen, is het vaak nodig om dat te doen zonder nuances. Vaak vragen situaties en mensen om duidelijkheid. Soms moeten we die duidelijkheid bieden, maar alleen als dat een duidelijk doel heeft en nuances onnodig verwarring zaaien.  Wijsheid vraagt te weten wanneer duidelijkheid en nuances op hun plaats zijn, mede omdat onze behoefte aan duidelijkheid nuances vaak in de weg staan. Mensen die zaken genuanceerd van alle kanten bekijken, krijgen vaak de indringende vraag: ‘Wat vindt je nu eigenlijk?’. Het is dan zaak duidelijk aan te geven waarom nuances belangrijk zijn. Wijsheid, genuanceerd denken en handelen verspreidt zich alleen door het toe te passen in ons dagelijks handelen. De Griekse filosoof Aristoteles formuleerde vanuit het en-en-denken ‘de phronesis’: het kiezen en belopen van de middenweg tussen twee uitersten, twee tegenstellingen, wat hij zag als een essentieel onderdeel van zijn geluksleer. De phronesis is voor hem het inzicht dat zorgt voor het kiezen van goed handelen en het bepalen van het midden, zoals tussen verstand en gevoel, tussen altruïsme en egoïsme en tussen andere tegenstellingen. Zo is moed het midden tussen de uitersten van lafheid en roekeloosheid. Wie te moedig is, is roekeloos, en wie te weinig moed bezit, is laf. De middenweg, de balans tussen extremen kan door de reden worden gevonden, door de middenweg te herkennen. De deugd van moed ontwikkel je bijvoorbeeld door eerst iemand te observeren die de deugd moed goed ontwikkeld heeft. Daarna komt het erop aan de deugd te verfijnen door veel te oefenen. Door deugdzaam te leven bereiken we volgens Aristoteles ‘eudaimonia’ wat grofweg is te vertalen als geluk of een goed leven.Een goed en gelukkig leven vraagt niet te denken en handelen vanuit tegenstellingen maar om te streven naar verbinding, naar harmonie en dat vraagt om wijsheid.  Laten we proberen wijs te worden, kritisch te kijken naar onszelf en onze omgeving en onze mening voortdurend in te ruilen voor een betere. Maar dan moeten we wel openstaan van andere meningen, een andere manier van kijken en denken: het en-en-denken.  Laten we blijven filosoferen, zoeken naar wijsheid, want we zijn geboren als filosofen. Kijk maar naar kinderen die voortdurend vragen stellen met veel ‘waaroms en waardoors’.