2. Wat en wie bepaalt mijn leven?

Zeven vragen over het leven.


2. Wat en wie bepaalt mijn leven?


Naast de vraag waarom ik hier als mens ben, heb ik me voortdurend de vraag gesteld waarom iedereen in verschillende omstandigheden wordt geboren, waarom als man of als vrouw, waarom gezond of gehandicapt en waarom met een eigen karakter, aanleg en aspiraties, kortom wat en wie bepaalt mijn leven?


Als spiritueel wezen ben ik geïncarneerd in een lichaam en mijn lichaam werd geboren met specifieke genen die werden bepaald door de genen van mijn vader en moeder. Het lichaam waarin ik incarneerde heeft dus specifieke kenmerken. Toen ik werd geboren trok ik dan ook een specifieke jas aan. Daarnaast werd ik geboren in een bepaald milieu, een bepaalde cultuur, in een bepaald land en klimaat. Verder werd ik geboren in een bepaalde constellatie van kosmische energie. De datum en tijd waarop ik geboren werd, bepaalde mede het grondpatroon van mijn karakter.

Naast dit alles werd ik niet geboren als een onbeschreven blad, ik werd geboren als spiritueel wezen met een groot aantal ervaringen, als een wezen dat al een bepaalde ontwikkelingsweg had afgelegd. Het groeiproces dat ik doormaak is niet in één leven afgerond. Zoals ik jaar na jaar hier op aarde leef en elk jaar weer even terugkijk en nieuwe voornemens maak, zo leef ik leven na leven, kijk ik terug en maak ik nieuwe voornemens voor een volgend leven. Ik incarneer keer op keer, ik reïncarneer tot ik een bepaalde ontwikkeling heb gerealiseerd.

Mijn leven wordt dus mede bepaald door mijn vorige levens, mijn opgebouwde eigenheid, de genetische eigenschappen van mijn lichaam, de cultuur en het milieu waarin ik werd geboren en de kosmisch-energetische omstandigheden van mijn geboortemoment: 18 december 1943.


Hiermee is nog niet de vraag beantwoord waarom we in verschillende en specifieke omstandigheden worden geboren.

Na al mijn zoeken weet ik dat de complexiteit waarin ik werd geboren werd bepaald door mijzelf. Ik kom uit de spirituele wereld en heb daar teruggekeken naar mijn vorig en vorige levens. En net zoals ik bij evaluaties en bij belangrijke beslissingen in mijn aardse leven hulp vraag en krijg van mensen, zo kreeg ik in de spirituele wereld liefdevolle hulp van andere spirituele wezens. Samen met hen evalueerde ik mijn aardse levens en stippelde ik op basis van deze evaluatie de weg uit voor mijn verdere groei en ontwikkeling in mijn nieuwe leven op aarde, net zoals ik en wij allemaal hier op aarde allerlei plannen maken voor onze werkcarrière, de samenstelling van ons gezin en vakanties.

Omdat ik wil groeien en me ontwikkelen, heb ik een zodanig levensplan gemaakt dat ik dingen kan ervaren en leren die ik nog niet (volledig) ken, kan of nog niet ervaren heb. Het levensplan dat ik maakte, heeft als basis mijn ervaringen en mijn doen en laten in mijn vorige levens. In mijn verleden ligt de oorzaak van de inhoud van mijn huidige nieuwe leven. In het Hindoeïsme en het Boeddhisme wordt dit Karma genoemd, de wet van oorzaak en gevolg.

In het eerst verhaal ‘Waarom ben ik hier?’ schreef ik: ‘Er is niemand hierboven die straft en beloont. Het proces beloont en straft zichzelf, ikzelf beloon en straf mezelf. Ik zal nu of later de gevolgen zien en ervaren van mijn eigen daden. Alles komt ooit bij mezelf terug, zowel het goede als het minder goede’. Iedere keer opnieuw krijg ik kansen om verder te groeien in liefde omdat ik uit en door de Liefde geboren ben en ook alleen maar als liefde kan bloeien.


Voordat ik geboren werd, maakte ik dus een nieuw levensplan en bekeek ik in welke omstandigheden en met welke personen ik het beste mijn levensplan zou kunnen realiseren. Ik koos zelf mijn ouders, mijn geslacht, het milieu en de cultuur waarin ik geboren werd en het tijdstip van de geboorte.

Ook werd ik niet zomaar in een willekeurige gemeenschap geboren. In de tijd dat ik geboren werd, waren of kwamen ook personen op aarde die een belangrijke rol spelen bij de realisering van mijn levensplan. Ik maak niet alleen een levensplan voor mezelf, maar maak dat in ‘samenspraak’ met anderen, waardoor levensplannen op elkaar aansluiten. Ik werd daarom ook niet geboren als eenling maar als cohort, als een groep mensen die door en aan elkaar leren. Dit is de reden waarom we soms iemand ontmoeten die meteen vertrouwd voelt.

Ik zal in dit en verdere levens mensen ontmoeten die ik in eerdere levens heb ontmoet en met wie ik nog iets moeten uitwerken of vieren. Ja, ook vieren, want leren is niet alleen zwoegen, problemen oplossen, geconfronteerd worden. Het is zeker ook het ervaren van wat mooi en goed is, wat goed doet, zoals liefde. Liefde leren toelaten en ervan leren genieten is even belangrijk als leren liefde te geven. Als je weet wat liefde echt is door het in al zijn intensiteit te hebben ervaren, is het gemakkelijker om het te geven. Hetzelfde geldt voor geluk. Het besef, het diepe ervaren van wat geluk is, is een voorwaarde om geluk te delen en uit te delen. Ik kan geen geld aan andere geven als ik zelf geen geld heb. Ik kan alleen echt beseffen van wat de waarde van dat geven is, als ik zelf de waarde van geld heb ervaren, me bewust bent van de waarde en ervan kan genieten.


Bij mijn geboorte nam ik een rugzak mee met allerlei gaven en opgaven. Ik kwam niet als een onbeschreven blad hier op aarde. Het blad stond al redelijk vol met allerlei op te lossen en in te vullen zaken, maar ook met eerder opgebouwde eigenschappen en capaciteiten, met allerlei goede recepten die ik in vorige levens heb ontwikkeld en met allerlei positieve en negatieve ervaringen, weetjes en herinneringen.


Ik heb dit leven zelf gekozen. Ik heb mijn ouders gekozen en mijn ouders hebben mij gekozen, wij hebben onze levens op elkaar afgestemd. Ik heb gekozen om bepaalde mensen te ontmoeten in dit leven en er zijn mensen die mij wilden ontmoeten. We hebben voor elkaar gekozen om van en aan elkaar te leren, van elkaar te houden.

Ik heb de verworvenheden uit mijn vorige levens meegenomen om ze verder te ontwikkelen en ze te delen. Ik heb mezelf opgaven gesteld en heb leermomenten geformuleerd, om dingen te leren die ik nog niet goed genoeg doe.

Dit alles heb ik gedaan samen met andere spirituele wezens en samen met mijn helpers. Samen hebben we een levensvisie ontwikkeld voor onze levens en samen hebben we ons voorgenomen om elkaar te helpen om deze levensvisie te realiseren. Ik ben er diep van overtuigd dat ik en wij allen dit leven niet alleen hoeven te leven, er zijn hier vele mensen om ons heen en vele helpers daar waar we vandaan komen. Naast de spirituele wezens die ons hebben geholpen onze levensvisie te ontwikkelen en die ons helpen deze levensvisie hier op aarde te realiseren, zijn er ook onze dierbaren die na hun dood daar zijn teruggekeerd. Ook zij zijn, net zoals hier op aarde, bij ons betrokken en zullen ons helpen als we er om vragen.


Als ik straks weer naar de wereld ga waar ik vandaan kom, als ik straks aan de hemelpoort kom, zoals in de christelijke tradities wordt gezegd, zal me de vraag worden voorgelegd wat ik heb gedaan met alles wat ik in mijn rugzakje had meegenomen. Misschien zeg ik dan vol trots dat ik vader, architect en leraar was en zelfs een eigen bedrijf had. Dan zal er gezegd worden dat ik, voordat ik incarneerde had besloten als vader, architect, leraar en als eigenaar van een bedrijf door het leven te gaan en dat de enige relevante vraag is wat ik daarmee heb gedaan.

Over het antwoord op deze vraag kan ik in deze levensfase in alle rust nadenken. Het evalueren is begonnen.


Champlin-Frankrijk, oktober 2013

© Harrie Bielders