7. Wat is er na dit leven?

Zeven vragen over het leven.


7. Wat is er na dit leven?


Bij mijn geboorte incarneerde ik als spiritueel wezen in een lichaam om hier op aarde van alles te ervaren en hiervan te leren en om me bewust te worden van mezelf en van alles wat er is. Alle ervaringen die ik hier op aarde opdoe, heb ik zelf gewild en gepland. Op een gegeven moment heb ik hier mijn levensopdracht voltooid en ga ik weer terug naar waar ik vandaan kom. Mijn ziel verlaat dan mijn lichaam of misschien moet ik zeggen dat het lichaam mijn ziel loslaat uit zijn omarming. Het kan mijn ziel niet meer vasthouden omdat het te zwak is geworden. En wat dan?


Mijn weten van waar ik vandaan kom, is door mijn incarnatie in een lichaam versluierd geraakt. Ik heb er alleen nog vage herinneringen aan die aangeraakt en weer helder kunnen worden. Door het spoor van mijn vage herinneringen te volgen ben ik veel aan de weet gekomen over waar ik vandaan kom en waar ik naar toe ga.

Mensen die een bijna-dood-ervaring (BDE) hebben gehad, zijn even in die wereld geweest en werden na reanimatie van hun lichaam weer teruggezogen in hun lichaam. Het lichaam heeft hen even losgelaten en na reanimatie weer naar zich toegetrokken. Velen van hen hebben hun ervaringen verteld en op papier gezet en daardoor kon ik een inkijk krijgen in wat er gebeurt tijdens en na mijn dood. Ook zijn er mensen die een opener contact hebben met de spirituele wereld dan ik en die me daardoor iets hebben kunnen laten weten over die wereld. Ik heb vele van hun ervaringen en inzichten gelezen en gemerkt dat de ervaringen en inzichten van al deze mensen een wonderbaarlijke overeenkomst hebben.


Omdat de gebeurtenissen tijdens en na de lichamelijke dood buiten de algemene menselijke ervaringsmogelijkheden liggen, kunnen de mensen die dit proces ervaren hebben hun ervaringen vaak moeilijk onder woorden brengen, ook omdat de diepte ervan niet in woorden is uit te drukken, net zo min als we aan iemand die nog nooit in een neerstortend vliegtuig heeft gezeten, echt kunnen uitleggen wat we hebben meegemaakt toen ons dat overkwam. Ik kan dus alleen een oppervlakkige schildering geven van wat ik denk dat er tijdens en na de dood van mijn lichaam gebeurt.


Als ik dood ga, verlaat mijn ziel mijn lichaam en kom ik als ziel in een sfeer waarin ik overweldigende gevoelens heb van vrede, vreugde en gelukzaligheid. De gevoelens van bijvoorbeeld pijn die ik had als gevolg van het auto-ongeluk, van het hartinfarct of van de ziekte zijn plotseling totaal verdwenen.

Terwijl ik me erg levend voel, hoor ik artsen of omstanders die bij mijn lichaam staan, zeggen dat ik dood ben. Dat verwart me even en dan denk ik heel nuchter: Hé, nu ben ik dood, dit noemen we dus de dood.

Ik heb het gevoel dat ik mijn lichaam als een oude jas heb uitgedaan en tot mijn grote verrassing blijk ik mijn eigen identiteit nog te hebben behouden. Ik kan nog zien, ik heb nog emoties en een helder bewustzijn van mezelf en van de situatie waarin ik me bevind. Ik zie mijn dode lichaam van boven, ik zweef er boven. Ik ervaar mezelf als een niet fysiek, gewichtloos lichaam dat zich zonder enige weerstand door de vaste materie van bijvoorbeeld muren kan voortbewegen. Ik kan niet meer communiceren met de aanwezige mensen, ik ben mijn aardse manier van spreken kwijtgeraakt. Ik ben niet meer aangesloten op het modem van mijn brein dat mijn signalen vertaalde in lichamelijke gewaarwordingen en uitingen zoals spreken. Ik verbaas me erover dat ik door niemand word opgemerkt terwijl ik er wel ben en alles kan zien en horen.

Vanuit deze ervaring word ik vrij plotseling een donkere ruimte ingetrokken. In die donkere ruimte zie ik een lichtpuntje waar ik met grote snelheid naar toe word gezogen. Het voelt als een tunnelervaring. Ik word begeleid door spirituele wezens en door muziek. Naarmate ik het zeer heldere licht nader, wordt dit intenser. Op een gegeven moment word ik er helemaal door omhuld en voel ik me er helemaal door opgenomen. Ik baad letterlijk in licht. Dit gevoel van opgenomen worden, gaat gepaard met een onbeschrijflijk gevoel van geluk en met een ervaring van onvoorwaardelijke liefde en acceptatie. Ik ben van de materiële wereld via een tunnel naar een andere, spirituele wereld gegaan, waar tijd en afstand niet bestaat. Ik bevind me in een oogverblindend landschap met prachtige kleuren, bloemen, geuren en muziek die in aardse termen niet zijn te beschrijven.

Ik ontmoet in deze wereld mijn overleden familieleden, vrienden en bekenden en wel op een spirituele manier. In deze wereld is ontmoeten niet fysiek, maar ontmoet ik door een zeer hoge vorm van bewustzijn die alles op een spiritueel niveau zichtbaar en ervaarbaar maakt, zoals we liefde niet kunnen zien en toch reëel kunnen ervaren. In deze wereld communiceer ik op een niet-aardse manier, dus niet met woorden. Ik ben intensief verbonden met de gedachten en gevoelens van andere spirituele wezens. Ik hoor en voel via mijn totale bewustzijn.

Dit deel hebben aan het totale bewustzijn stelt me in staat om antwoord te krijgen op de meest diepzinnige vragen nog voordat ik ze heb gesteld. Ik heb toegang tot de diepste kennis over me zelf, over mijn menselijk handelen, over hoe het heelal is ontstaan en over hoe het universum in elkaar steekt. Ik begrijp met grote helderheid het waarom van alles wat ik heb meegemaakt en beleefd tijdens mijn aardse leven. Er is een helderheid in mijn ervaren en weten die even onbeschrijfelijk is als de helderheid van het licht dat me omgeeft. Ik ben totaal ervaren, weten en begrijpen, ik maak deel uit van het totale bewustzijn.


In deze sfeer krijg ik een levensoverzicht, omgeven door een wezen van licht. Tijdens dit levensoverzicht ervaar ik elke handeling, elk woord en elke gedachte uit mijn voorbije leven. Ik beleef opnieuw het hele leven, vanaf de geboorte tot het moment dat mijn lichaam mij liet gaan. Ik ben tegelijk toeschouwer en betrokkene. Ik ken en ervaar niet alleen de gevoelens van mezelf maar ook die van de anderen die bij de verschillende situaties en gebeurtenissen waren betrokken. Ik ben rechtstreeks verbonden met de herinneringen en emoties van de betrokken anderen. Ik zie en ervaar de afdruk van mijn leven in het leven van de anderen, zoals ik met mijn schoenen een afdruk maak in de sneeuw. Ik ervaar de gevolgen van mijn gedachten, woorden en daden op andere personen en ik ervaar wat mijn gedachten, woorden en daden hebben teweeggebracht op het moment dat die in het verleden plaatsvonden. Ik krijg inzicht of ik liefde heb gegeven of niet gegeven. Dat is zeer confronterend, maar ik word niet veroordeeld en ik voel me niet veroordeeld. Er is niemand die mij ergens mee confronteert, ik confronteer me zelf met mezelf. Ik krijg zelf het inzicht hoe ik heb geleefd en hoe ik anderen heb beïnvloed, wat ik anderen heb gedaan. Ik besef dat alles wat ik zeg, doe en denk blijvend invloed heeft op mezelf en anderen en dat ik alles wat ik bij de ander teweegbreng uiteindelijk ook door mezelf wordt ervaren. Uiteindelijk keert alles bij mezelf terug, krijg ik terug wat ik heb gegeven, het goede en minder goede, zowel liefde en aandacht als liefdeloosheid en agressie.

Ik ervaar dit alles in een wereld waarin alles tegelijk bestaat en ervaren kan worden, waarin alles en iedereen met elkaar is verbonden en waar ik, in tegenstelling tot waar ik vandaan ben gekomen, voortdurend omringd ben door onvoorwaardelijke liefde. En dat zal vet cool zijn.


Het overzicht en inzicht dat ik heb gekregen, zullen een belangrijke rol spelen in mijn beslissingen die ik samen met mijn spirituele helpers zal gaan nemen over de concrete invulling van mijn toekomst. Ga ik na verloop van tijd weer terug naar de aarde om daar mijn groeiproces voort te zetten of krijg ik, om me verder te ontwikkelen tot mijn diepste zijn, Liefde, een functie als helper in de spirituele wereld of een van de vele andere functies die er in de spirituele wereld zijn? Ik weet dat hier en nu nog niet. Alles heeft zijn tijd en plaats. Het leven draagt me alsmaar verder, ook voorbij de dood.


Maar nu ben ik nog hier. Ik heb in de afgelopen maanden een ontdekkingreis mogen maken aan de hand van belangrijke vragen die ik had over het heden, het verleden en over de toekomst. Mijn gevoel van ruimte heeft zich vergroot doordat ik de wereld waar ik vandaan kom en waar ik binnen niet al te lange tijd weer naar toe ga, heb mogen verkennen. Voorheen voelde de aarde als het middelpunt van mijn bestaan, nu voelt die als een plek waar ik even mag zijn. Mijn leven hier op aarde heeft in zijn relativiteit zijn betekenis gekregen.


Als ik straks naar elders ga, treur dan niet maar vier uitbundig feest. Ik heb een prachtig leven gehad, vele tegenstellingen mogen ervaren, de liefde in al zijn facetten geproefd, me omgeven en gesteund gevoeld door liefdevolle mensen, succes gekend in mijn werk en tot in het diepst van mijn wezen mogen ervaren wat gelukkig zijn is. En door de poort van de dood ga ik weer naar huis, ik ben daar weer thuis gekomen. De dood is niet het einde maar een prachtig vervolg op dit leven, naar alsmaar verder op weg naar alles wat ik in het diepst van mijn wezen verlang. En door de dood verliezen we elkaar niet. Ik zal er na de dood nog helemaal zijn, meer bewust van mezelf en van alles en iedereen, beter bereikbaar en benaderbaar en liefdevoller dan ik hier op aarde kan zijn omdat ik omgeven ben door bewustzijn en Liefde.


Maar nu ben ik nog hier en ervaar ik elke dag die ik nog hier mag zijn als een gave, als een mogelijkheid om met volle teugen te genieten van dat wat er is, van de mensen waar ik heel veel van houd, van de prachtige landschappen en de natuur, van de jaargetijden, van de mooie steden en dorpen, van de stilte en rust, van de muziek, van de prachtige boeken, van de mooie kunst, van de mooie ontmoetingen en goede gesprekken, van het heerlijke voedsel, van de gezelligheid van de maaltijden, van de vervoerende wijn, enzovoort, enzovoort. Ik voel me een gelukkig mens op weg naar Alles.


Champlin, oktober 2013

© Harrie Bielders